Oud-Katholiek IJmuiden |
|
Columns | Maart 2012 - De bron van Ste. ClairDe bron van Ste. Clair | |
Onlangs ging onze lector Rob in zijn overweging in op de wonderen die in de lezingen werden beschreven. Wonderen die we niet meer – zoals op de zondagschool – letterlijk moeten nemen, maar deze vertellingen zomaar afdoen als onzin gaat ook veel te ver. Ze zouden ons juist aan het nadenken moeten zetten. Want het blijven verhalen met een boodschap, onderdeel van het grote verhaal, dat de basis van ons geloof vormt. En wanneer is iets een wonder? Rob legde ook een verband met de wonderen die hij in zijn werk als verpleger wel eens meemaakt, ook al is daar dan hard voor gewerkt. Wandelend in Frankrijk, vroeg ik eens op het stadhuis naar een overnachtingsplek. Ik werd verwezen naar een speciaal voor pelgrims bedoeld huisje op een vakantiepark. Het was nog wel een uur lopen en lag midden in een bos, rond een oude kerk. Ver buiten de bewoonde wereld, maar compleet met een buurvrouw, die een bakje eieren kwam brengen want “er is hier geen winkel in de buurt en mijn kippen hebben goed gelegd”. De ambtenaar in het stadhuis had gezegd dat ik ook even naar het restauratiewerk in de kerk én bij de “fontaine Ste Clair” moest gaan kijken en dat deed ik natuurlijk. In de kerk, de St. Pierre, stond een steiger, waarop een jonge vrouw zat, die met een krabber en een natte spons bezig was met het verwijderen van kalklagen, waardoor een oude fresco weer te voorschijn kwam. Ze vertelde dat een groep studenten van een kunstacademie bij toerbeurt een paar uur aan het schoonmaken werkte. Is het geen “miracle”, zei ze, dat het na eeuwen onder vuil en witkalk weer zo mooi te voorschijn komt! Inderdaad, een wonder, maar wel heel veel werk. De “fontaine Ste Clair” ligt achter de kerk. Een klein stroompje water komt tussen een paar stenen vandaan, het begin van een smal beekje. Volgens een opschrift is dit water – dankzij de heilige Clara – heilzaam voor de ogen en de oorzaak van meerdere erkende, onverklaarbare genezingen. Je hoeft alleen maar je ogen ermee nat te maken. Ook al is het water glashelder, ik doe dat toch maar niet. Wel lees ik stiekem een paar van de briefjes die tussen de stenen zijn gepropt. Mensen vragen daarin om genezing van hun ogen. Ik vind het wel wat naïef, maar ook ben ik er verbaasd over zoveel vertrouwen. Of is het hoop?. En dan lees ik (vertaald) “Ste. Clair, dank u, dat ik met mijn nieuwe bril weer goed kan lezen, P.”. Ja, ook al zit hier wetenschap en vakmanschap van een opticien achter, voor P is dit dus toch een wonder. En die eieren, gebakken met een grote plak ham, smaakten mij ook wonderwel. Hans | |