Stoort het u ook wel eens? Je zit ergens met een groepje, familie, vrienden of collega’s, en dan zit er alwéér iemand te bellen. Dat schijnt tegenwoordig onontkoombaar te zijn. Er moeten steeds nog even gauw dingen worden doorgegeven. Afspreken doe je kennelijk niet meer van te voren. En allerlei persoonlijke meningen moeten wereldkundig gemaakt. De jeugd is op Facebook of ze zijn op Hyves. Ik was er net aan gewend, dat als mijn kleinzoon (5) zegt “ik ben op Pien”, dat hij dan bedoelt dat hij ontzettend verliefd is. Zijn ze dan nu verliefd op de “moderne sociale media”? Het lijkt er wel op. Ik weet niet zeker waarom het mij zo irriteert als er om mij heen wordt gebeld, ge-sms’t, ge-internet of getwittert. Misschien is het alleen maar mijn nieuwsgierigheid naar de andere helft van gesprek. Toch ik zou wel eens willen roepen: “”Hallo, ik ben hie-ier!”. Maar ik zal me erbij neer moeten leggen. Zelfs mijn eigen Marianne is tegenwoordig op twitter. Ook bij de St. Jan in Den Bosch is de mobiele telefoon doorgedrongen. U zult wel gelezen hebben dat na de restauratie één der stenen engelen een gsm heeft gekregen. Dat lijkt gewoon een grap van de beeldhouwer, maar “ut engelke” heeft wel een echte website en is per sms en telefonisch te bereiken op nummer 06-26347470 (zij berekent geen extra kosten, maar alleen de gewone gesprekskosten). Er zijn zoveel bellers, dat je helaas meestal de voicemail krijgt. Daar kan je dan een bericht achterlaten. Terugbellen doet ut engelke niet. De gsm heeft namelijk maar één knop: voor een directe verbinding met God. Zo geeft ze uw boodschap meteen door. Er zijn meer kerken die op een of andere manier een bijzondere verbinding met boven proberen te creëren. Zo heeft de kathedraal van Salamanca in Spanje een astronaut op de gevel. De abdijkerk van Conques, een stad aan één van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela, heeft ook een opvallend stukje beeldhouwwerk. Boven het prachtige timpaan, waardoor de kerk wereldberoemd is, gluurt een gezicht tussen de daklijsten door. Volgens sommigen is het de beeldhouwer zelf, anderen denken dat het de bouwvakkers zijn, die de daklijst vasthouden, maar als het nou eens God zelf is die kijkt naar het gedoe hier beneden. Dan zal hij zich wel verbazen over onze pogingen hem te bereiken. Hij roept vast: “Hallo, ik ben hie-ier! Je hoeft mij toch niet per GSM op te roepen, en je hoeft ook geen ruimtereis te maken om mij te spreken. Hallo, ik ben hie-ier, gewoon vlakbij!” Hans
|