Oud-Katholiek IJmuiden

Columns | April 2012 - Stadsmuur

Stadsmuur

De rivier maakt een diepe bocht en stroomt driekwart rondom de hoge rots, waar de stad op ligt.  De hoge ligging en het water rondom waren destijds belangrijke hulpmiddelen om de stad te kunnen verdedigen tegen mogelijke vijanden. Ook de stadsmuur hielp daarbij. Zo stoer gebouwd dat die na eeuwen nog steeds in takt is. Als we het stadje binnenrijden is het een drukte van belang in de smalle straten. Winkeliers hebben hun waren uitgestald op de smalle trottoirs om de druk pratende en gebarende Portugezen de winkel in te lokken. Auto’s persen zich in twee richtingen door straten die ooit aangelegd zijn voor voetgangers en een enkele koets. Vrachtwagens stoppen bij winkels om hun goederen uit te laden, zonder zich iets aan te trekken van het getoeter van de auto’s die ze het doorrijden blokkeren. Met enig geduld bereiken we aan de andere kant van de stad een opening in de muur en rijden naar beneden naar een kleine loskade tussen de stadsmuur en de rivier.

Ineens is het stil. Ooit legden hier de schuiten aan die voor de bevoorrading van de stad zorgen, maar dat gaat nu met die vrachtwagens. Van enige bedrijvigheid is niet meer te merken. Een paar eenden duiken naar waterplanten, een ooievaar kleppert in zijn nest op de kerktoren en aan de overkant van de rivier kraait af en toe een haan.  Een vis springt op en veroorzaakt een kring in het water. De visser in het bootje had hem graag in zijn net gehad. Als hij later zijn bootje aanlegt laat hij zijn vangst zien. Zes vissen. Die gaan mee naar huis voor het zondagsmaal. Zijn andere spullen laat hij opgestapeld achter op de kade. Dat kan hier kennelijk. 

Als je naar boven kijkt, naar de stad, is de geelbruine stadsmuur goed te zien. Hier en daar wel tien meter hoog, een imposant verlengstuk van de steile rotswand. De wit gesausde huizen steken erboven uit. Een huis trekt mijn aandacht. Het is niet achter de muur maar óp de muur gebouwd. Het doet mij denken aan de tekening, die op de zondagschool getoond werd, bij het verhaal van de spionnen  van Jozua. Rachab woonde ook in een huis op de stadsmuur. Dat ze volgens de bijbel de stadshoer was, werd er op de zondagschool zeker niet  verteld. Maar ze hielp Jozua’s mannen wel uit de stad te ontsnappen.  Ze hing een touw uit haar raam, zodat ze buiten de stadsmuur naar beneden konden klimmen.

Wij, hier op ons idyllische plaatsje tussen stad en water, hebben ook  een beetje het gevoel ontsnapt te zijn. Niet aan de soldaten van de koning van Jericho natuurlijk, maar wel aan het lawaai en de drukte. Aan het gedoe.          

Dat de rivier de Guadiana heet, en de grens tussen Zuid-Portugal en Spanje vormt, vertel ik liever niet. Ook niet dat dit stadje Mértola heet. Dan blijft dit plekje  misschien nog heel  lang zo rustig. 

Hans