Oud-Katholiek IJmuiden

Columns | Februari 2013 - Geliefden in de Heer!

Geliefden in de Heer

Misschien schrikt u van een dergelijke aanhef, wij zijn zulke bewoordingen niet echt gewend. ‘Beste medeparochianen’, dat zijn we meer gewend. Ik weet nog goed dat ik bij het schrijven van mijn eerste overweging erg hard moest nadenken over een goede aanhef om mee te beginnen: Hoe spreek je die mensen aan die je al zo lang kent, tussen wie je bent opgegroeid, de mensen die je elke zondag ziet en die ergens toch ook een beetje een tweede familie zijn? En ik zeg wel dat ik dat bij mijn eerste overweging moeilijk vond, maar eerlijk gezegd vind ik dat nog steeds moeilijk. Hoe moeten we elkaar noemen? Voor mij geldt dat ik de meesten van u mijn hele leven al ken en dat we vaak, elke week, op dezelfde plek samenkomen om ons geloof te belijden en te vieren, om te luisteren naar de lezingen uit de Bijbel, de preek te overdenken, en samen brood en wijn te delen. Als je er goed over nadenkt, schept dat toch wel een heel bijzondere band. Het is een band die ik in elk geval met niemand anders heb en met niemand anders zo ervaar.

Een parochiegemeenschap zijn is eigenlijk een heel intiem gebeuren, zoals een familieband of een vriendschap dat ook is. Het is niet hetzelfde, wij zijn geen echte familie, maar het is wel iets dat lijkt op een familie. Samen een gemeente zijn en samen een kerk zijn schept een bijzondere en unieke band tussen mensen. En zo beschouwd is het niet zo vreemd dat we elkaar toch mogen beschouwen als zusters en broeders, want we hebben een bijzondere band, een band die lijkt op die van een familie of op een hechte vriendschap. En het is dan ook niet zo vreemd dat we in de lezingen, aan het begin van een overweging of preek of in de gebeden als zusters en broeders worden aangesproken. Dat zijn natuurlijk rituele bewoordingen, maar rituelen hebben altijd een heel diepe betekenis, anders zouden het lege woorden zijn, die we net zo goed zouden kunnen weglaten.

In zijn brieven in het Nieuwe Testament spreekt Johannes ons niet aan als zusters en broeders, maar als geliefden. Dat is een nog sterker woord. Het gaat hier over liefde. In het evangelie horen we Jezus zeggen dat de Vader hem heeft liefgehad en hij ons en dat wij daarom elkaar moeten liefhebben. De liefde wordt zo een goddelijk geschenk dat niet van onszelf komt, maar dat we wel mogen doorgeven. De liefde die wij ontvangen en doorgeven is als een steen die in de zon ligt: Eerst is de steen koud, maar door de zon warmt de steen op om daarna weer warmte af te geven. De warmte van de zon blijft verwarmt de steen en wie de steen daarna aanraakt, krijgt de warmte weer doorgegeven. Geliefden zijn we omdat God ons liefheeft. En zoals God ons liefheeft, mogen wij de liefde weer doorgeven aan de wereld.

Johannes van Riessen
(Gedeelte uit een overweging, enigszins bewerkt voor deze web-pagina )