Oud-Katholiek IJmuiden |
|
Columns | Maart 2013 - 143,5 Centimeter143,5 Centimeter | |
De Braziliaan Paulo Coelho is schrijver van wat men noemt “neo-christelijke New Age boeken”. Dat klinkt gruwelijk maar het zijn prachtige boeken. Spannend en verrassend, leesbaar. In één van zijn romans hij komt er achter dat treinrails 143,5 centimeter, of 4 voet en 8,5 duim, van elkaar liggen. Waarom zo'n rare maat? Hij gaat op zoek en vindt het volgende: omdat ze in het begin, toen ze de eerste spoorwagons bouwden, hetzelfde gereedschap gebruikten als bij de bouw van postkoetsen. Waarom stonden de wielen van de koetsen dan op deze afstand van elkaar? Omdat de oude wegen die breedte hadden. Wie heeft er ooit bepaald dat de wegen die breedte moesten hebben? En plotseling moeten we terug naar een ver en grijs verleden: de Romeinen, de eerste grote wegenbouwers, hebben dat bepaald. En wat was de reden? Hun strijdwagens werden getrokken door twee paarden - en wanneer we de paarden die in die tijd gebruikt werden naast elkaar zetten, komen we uit op een breedte van 143,5 centimeter. Zodoende is de afstand tussen de rails waar onze ultramoderne TGV over rijdt uiteindelijk bepaald door de Romeinen. Toen de emigranten naar de Verenigde Staten trokken om daar spoorwegen aan te leggen, kwam het niet in hen op voor een andere breedte te kiezen, ze hielden dezelfde standaard aan. Het heeft zelfs consequenties gehad voor de bouw van de spaceshuttle: de Amerikaanse ingenieurs vonden dat de brandstoftanks breder moesten zijn, maar ze werden in Utah gebouwd, moesten per trein naar het Space Center in Florida vervoerd worden en de tunnels waren niet breed genoeg. Kortom, de Amerikaanse ruimtevaarders moesten zich neerleggen bij iets wat de Romeinen als de ideale maat hadden vastgesteld. Dan maakt Coelho een vergelijking met het huwelijk. Samengevat: Ooit is vastgesteld hoe twee getrouwde mensen zich verder dienen te gedragen. Hoe zij de voorgeschreven standaard afstand moeten handhaven. 143,5 cm. Houd je aan de norm, denk aan de kinderen en aan de buren. De hoofdpersoon uit het boek heeft hier in zijn huwelijk moeilijk mee. Het komt pas goed als hij leert zijn eigen gevoel te volgen en hij, samen met zijn vrouw, hun relatie op éigen manier invult. Zou het ook zo kunnen zijn met onze relatie met God? Houden we vast aan oude regels, misschien wel sinds Romeinse (of Roomse) tijden? Of hebben we er nadien zelf over nagedacht, óns geloof, óns hart en óns geweten gevolgd? En durven wij dan af te wijken van de norm? We spreken God aan met U, of nog liever Gij. Maar als ik vind dat god veel dichterbij is als ik hem jij noem is, hij dan meer naast dan tegenover me staat wijk ik dan teveel af van de 143,5 centimeter? Hans | |