Oud-Katholiek IJmuiden

Columns | December 2013 - Praten kan áltijd

Praten kan altijd

Praten kan altijd.

Af en toe ben ik als vrijwilliger een dagje op Schiphol. Ik beheer daar dan het stilte-centrum. Midden op de drukte luchthaven is dat een plaats waar reizigers een plek vinden om te bidden, te mediteren, wat te lezen in een van onze religieuze boeken of gewoon even wat rust vinden. Mensen van alle religies delen daar dezelfde ruimte. Of het nu moslims, christenen, boeddhisten of hindoeïsten zijn. Of ze misschien aan joga doen, of zeggen atheïst te zijn, ze zijn allemaal welkom. De vrijwilligers zijn daar dan om mensen de weg te wijzen, of een luisterend oor te bieden. En soms maak je dan iets bijzonders mee. Lees maar even door: een verhaal waaruit blijkt dat je er altijd over kan praten.

Het was een paar dagen voor kerst, aan het einde van mijn middagdienst, toen een jonge man mij vroeg waar hij, als moslim, zijn gebeden kon doen. Ik wees hem naar de gebedsruimte en de pijl, die de richting van Mekka aangeeft. Hij reageerde “dat kan niet, daar is een jood”, wijzend op de man die in de andere hoek aan het bidden was. En hij zei dat zo fel, dat ik niet geprobeerd heb hem op de multireligieuze opzet van de gebedsruimte te wijzen. Ik bood hem een kopje koffie aan in het kantoortje: als dat op is, is de ruimte vast weer vrij. Dat wilde hij wel en even later zat hij tegenover mij te vertellen over de problemen die zijn familie had in de door Israël “geblokkeerde en bedreigde” Gaza. Even later kwam de joodse jongeman bedanken voor de gelegenheid, hier zijn gebeden te doen. Ik bood hem ook een kop koffie aan. De moslim keek niet blij, maar zei niets. Even later zaten ze naast elkaar tegenover me. Aanvankelijk praten ze alleen met mij, maar na een paar minuten vertelden ze ook elkaar over hun problemen. Gebrek aan alles in Gaza, In Tel Aviv angst voor raketten maar ook Palestijnse buren waar ze het goed mee konden vinden. Ik had het gevoel dat ik me niet met dit gesprek moest bemoeien en liet ze met een smoesje voor een paar minuten alleen. Een kleine tien minuten later kwam ik terug. Voordat ze mij zagen hoorde ik ze al. Het gesprek was een stuk vrolijker geworden; er werd zelfs gelachen. Dit wilde ik niet storen, dus verlengde ik mijn wandelingetje met nog een minuut of tien. Op de terugweg kwam ik de joodse man tegen. Hij bedankte uitgebreid voor de “prayer room”, de koffie én het gesprek. De moslim was inmiddels begonnen aan zijn verlate middaggebed.

Joden en Moslims vieren geen Kerst, maar volgens mij was dit toch een kerstverhaal.

Hans