Oud-Katholiek IJmuiden

Columns | Februari 2014 - Exodus II

Exodus II

Exodus II

De eerste Exodus was de uittocht van het volk Israël uit Egypte. Mozes leidde zijn volk dat in slavernij in Egypte leefde, op Gods gezag het land uit, door de Rode Zee en naar het Beloofde Land. Het volk dat Mozes leidde, zwierf nog 40 jaar rond in de woestijn en mocht toen het land binnen gaan.

Exodus II is een kunstwerk. Het was tijdens de grote tentoonstelling van straatkunst ‘ArtZuid’ opgesteld in de lange, brede groen-strook in de Minervalaan in Amsterdam.
We slenterden in de zon langs het groen en zagen houten, stenen, bronzen objecten, installaties, kunstwerken, meer of minder begrijpelijk, meer of minder aantrekkelijk. Er tussendoor zagen we opeens een paar houten voeten in het gras: blote voeten met zo’n 20 cm. been erboven. Eén paar, nog een paar, lopend, en verderop, achter de bosjes langs, weer voeten, en weer en verder … voeten uit hout gesneden en onbehandeld, zonder lichaam, zonder gezicht. Als kunst in de buitenlucht zullen ze gaan  rotten, afbrokkelen en vergaan.
Toen pas zagen we de naam: Exodus II, gemaakt door Jems Robert Koko Bi uit Ivoorkunst, Afrika.

Hoeveel mensen in Afrika trekken nu niet weg uit hun dorp, uit hun streek, uit hun land? Verder en verder, te voet, samen, alleen. Weg uit armoede, uitbuiting, oorlog, honger, onderdrukking naar een ver, vaag ‘beloofd land van horen zeggen’, waar kansen moeten liggen, waar toekomst moet zijn.
Ze lopen door Afrika, ongezien, onopgemerkt, verborgen, in de nacht, dagen en weken en jaren. Ze worden pas gezien bij de gren-zen van Griekenland, bij de kusten van Noord-Afrika, bij de kleine eilandjes in de Middellandse Zee. Ontheemd, ellendig, berooid, met verwachtingen, maar zonder hoop. Als zij in de media zichtbaar worden, zijn zij net gered van een zinkend bootje, of aange-houden bij de grenzen van Europa en mogen – veelal – niet binnen gaan.

En de ontheemden, die niet gered of aangehouden worden? Zij blijven ongezien, lopen verder, zonder papieren – zij bestaan niet. Zij overleven illegaal in de Europese landen, rechteloos, dakloos, in ar-moede, zonder perspectief, voortdurend in onzekerheid.
Hoeveel van hen die hoopvol op weg gingen, verdwijnen er onderweg niet - afgeleefd, uitgeput, uitgebuit, ziek, hongerig, uitgeblust, wanhopig?
Niemand, die het merkt. Niemand die hen mist.
Hun voetstappen in het gras, in de woestijn, op de smokkelpaden, over de bergen: gras groeit er over heen, de wind verwaait ze, en ook de houten voeten van de onzichtbare en ongeziene lopers verrotten, vermolmen, vervallen tot stof, tot niets.
Eindeloze sporen voetstappen van vluchtelingen, ontheemden.
Er komt maar geen eind aan.

Jems Robert uit Ivoorkust heeft ze voor ons zichtbaar gemaakt, voor de duur van ‘ArtZuid’. Daarna kon je de voeten kopen om de mensen die de stappen achterlieten, niet te vergeten.
En daarom ook heb ik ze beschreven.
Eindeloos troosteloos treurig.


Fiete Smit-Maan