Oud-Katholiek IJmuiden

Maart | OK Mannenvereniging 14 maart 2017

Vanavond kwam de heer Wiebe Boomsma van het vogelhospitaal Haarlem op bezoek. Het vogelhospitaal is een onderdeel van de stichting Vogelrampenfonds dat in 1956 is opgericht om in strenge winters vogels te helpen. Het vogelhospitaal wordt gerund door 50 vrijwilligers en vangt jaarlijks ongeveer 3800 vogels op. De stichting wordt voor twee derde gefinancierd uit inkomsten van donateurs en sponsoren en verder ontvangt het subsidie van de gemeente Haarlem.

De presentatie van deze avond ging over de vogeltrek. Voor de meesten van ons iets dat elk jaar gebeurt maar waar we meestal niet stilstaan over het hoe en waarom. Tot 1822 wist men niets van de vogeltrek en leefde het idee dat vogels onder water of grond overwinterden. Maar langzamerhand ontdekte men dat de waarheid anders was.

Binnen de vogelwereld worden de vogels ingedeeld in 4 groepen, wintervogels, zomervogels, standvogels en doortrekkers. Wintervogels zoals de brandgans komen uit het hoge noorden om hier te overwinteren en trekken in de lente weer noordwaarts naar hun broed gebieden. De zomervogels zoals zwaluwen komen in de lente vanuit het zuiden hier naar toe om te broeden en te foerageren voordat ze weer naar het zuiden trekken om te overwinteren. De standvolgels zoals mussen en merels zijn hier het hele jaar aanwezig en de doortrekkers zoals de Noorse Stern foerageren vaak op de wadden op doortocht naar overwinterings gebieden in het zuiden.

De Noorse Stern is de lange afstands-kampioen. Deze vogel vliegt wel 90.000 KM heen en terug vanuit Noord-Europa tot aan Australië, Nieuw-Zeeland of zelfs Ant-Artica. Afhankelijk van het aantal uren daglicht weten vogels dat het bijna tijd is voor de trek naar het zuiden of noorden maar voordat ze werkelijk gaan vliegen zorgen ze dat ze voldoende reserves en een goede vetlaag hebben opgebouwd voor de lange tocht.

Vogels vinden de weg naar overwintering- en broed gebieden door oriëntatiepunten in het landschap zoals de kustlijnen, rivieren en bergen. Verder gebruiken zij de stand van de zon, maan en sterren. Postduiven gebruiken het magnetische veld van de aarde. Hun routes zijn daardoor altijd Noord-Zuid of Zuid-Noord georiënteerd. Sommige vogels zoals duiven waren in het verleden trekvogels maar nu ze in de steden voldoende nest mogelijkheden en voedsel hebben zijn het standvogels geworden. Het was een interessante presentatie over de mogelijkheden van vogels hoe zij vliegen naar andere streken voor overwintering of te broeden.

De volgende bijeenkomst is op 1 april. Pastoor Harald Münch geeft dan een lezing over zijn reis naar Afghanistan.

Cees Borst